woensdag 7 april 2010

Statement

Als test-bericht een opdracht voor school: mijn visie op (non-)fictie:

Waar ligt de grens tussen fictie en non-fictie? dat is een andere vorm van de vraag: Wat is waarheid? Joost Minnaard vertelt in de les dat hij de nieuwe stroming in de literatuur, waarbij deze grens gezocht wordt, prachtig vind.

Jan Brokken, Artur Japin, Judith Koelemeijer en Dirk Jan Roeleven vertellen in hun boeken allemaal verhalen die deels waargebeurd zijn, maar ook zijn "opgeleukt" voor de lezer. "Zo loopt het verhaal beter" legt Minnaard uit.

Zelf vind ik het grijze gebied tussen fictie en non-fictie erg interessant. Tijdens de les zit ik steeds aan de vraag te denken wat het specifieker maakt: Wat maakt iets tot fictie, en wat tot non fictie.

Ik begin bij het tweede. Persoonlijk denk ik dat alles tussen fictie en non-fictie zit. Een feitelijk boek bestaat uit bronnen die zijn samengesteld door de schrijver(s). Hierin zit een stuk wat de waarheid al lastig te benoemen maakt, het roept alleen maar meer vragen op: Wat kiezen de schrijvers uit? Kiezen ze vanuit wat zij belangrijk vinden? Kiezen ze vanuit het oogpunt van de lezer, wat speelt er in de samenleving? etc, etc.

Fictie staat vaak bijna synoniem voor fantasie. De schrijver heeft alles uit zijn/haar duim gezogen. De situaties uit een fantasieboek kunnen soms niet echt gebeurd zijn, maar bij veel boeken heb je op een bepaald moment als lezer het moment waarbij je denkt: Zou dit echt gebeurd zijn? Vaak wordt deze gedachten gevoed door het dankwoord: Dank aan die en die voor het zijn als een moeder. Is de moeder in het verhaal dan gebaseerd op die persoon?

Het blijft, zoals in deze dagen vaak weer terug komt een kwestie van smaak. Soms is het ook bij de lezer een zaak van willen geloven. Het verhaal dat Minnaard kort vertelde, over de schrijver die een wielrentocht had gedaan, en ondertussen zijn eigen leven overdacht. Ik geloof dat de schrijver die tocht echt heeft gemaakt, maar of alle zelfreflectie tijdens die tocht plaats vond, dat weet ik niet. Het kan best dat hij die momenten van terugdenken echt heeft beleefd, maar het kan best gebeurd zijn met een glaasje rosé op het terras.

Wat ik het belangrijkst vind is de boodschap. Wat wil een schrijver vertellen met zijn/haar verhaal. En hoe bereik je het dat het beeld wat jij als auteur in je hoofd hebt duidelijk overkomt? Als je dan hie ren daar wat dingen bij moet schaven, of de chaos die in het echte leven verhalen vertroebeld weg moet laten, dan mag dat vind ik. Of je het dan fictie of non-fictie wil noemen, dat maakt me niet veel uit. Mij gaat het om het verhaal, als dat een goed verhaal is, dan prijs ik de schrijver. Eerlijk of niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten